Oppervlaktesnelheid Oplossing

STAP 0: Samenvatting voorberekening
Formule gebruikt
Oppervlaktesnelheid van de rivier = Afstand gereisd/Tijd die nodig is om te reizen
vs = S/t
Deze formule gebruikt 3 Variabelen
Variabelen gebruikt
Oppervlaktesnelheid van de rivier - (Gemeten in Meter per seconde) - Oppervlaktesnelheid van de rivier om een ruwe schatting te krijgen van de afvoer.
Afstand gereisd - (Gemeten in Meter) - De afgelegde afstand is de lengte van het traject dat wordt gevolgd tussen de begin- en eindpositie van het lichaam in beweging.
Tijd die nodig is om te reizen - (Gemeten in Seconde) - De reistijd is de totale tijd die een object nodig heeft om zijn bestemming te bereiken.
STAP 1: converteer ingang (en) naar basiseenheid
Afstand gereisd: 110 Meter --> 110 Meter Geen conversie vereist
Tijd die nodig is om te reizen: 5 Seconde --> 5 Seconde Geen conversie vereist
STAP 2: Evalueer de formule
Invoerwaarden in formule vervangen
vs = S/t --> 110/5
Evalueren ... ...
vs = 22
STAP 3: converteer het resultaat naar de eenheid van de uitvoer
22 Meter per seconde --> Geen conversie vereist
DEFINITIEVE ANTWOORD
22 Meter per seconde <-- Oppervlaktesnelheid van de rivier
(Berekening voltooid in 00.004 seconden)

Credits

Gemaakt door Mithila Muthamma PA
Coorg Institute of Technology (CIT), Coorg
Mithila Muthamma PA heeft deze rekenmachine gemaakt en nog 2000+ meer rekenmachines!
Geverifieërd door Himanshi Sharma
Bhilai Institute of Technology (BEETJE), Raipur
Himanshi Sharma heeft deze rekenmachine geverifieerd en nog 800+ rekenmachines!

12 Meting van snelheid Rekenmachines

Snelheidsverdeling in ruwe turbulente stroming
Gaan Gemiddelde snelheid in verticaal = 5.75*Afschuifsnelheid*log10(30*Hoogte boven bed/Equivalente zand-korrelruwheid)
Gemiddelde snelheid in matig diepe stromen
Gaan Gemiddelde snelheid in verticaal = (Snelheid bij 0,2 maal diepte van de stroming+Snelheid bij 0,8 maal diepte van de stroming)/2
Omwentelingen per seconde van de horizontale asmeter gegeven stroomsnelheid
Gaan Omwentelingen per seconde van meter = (Gemiddelde snelheid in verticaal-constante b)/constante a
Stroomsnelheid op instrumentlocatie
Gaan Gemiddelde snelheid in verticaal = constante a*Omwentelingen per seconde van meter+constante b
Diepte van de stroming bij verticaal gegeven peilgewichten
Gaan Diepte van stroom in verticaal = Minimaal gewicht/(50*Gemiddelde snelheid in verticaal)
Gemiddelde stroomsnelheid gegeven minimumgewicht
Gaan Gemiddelde snelheid in verticaal = Minimaal gewicht/(50*Diepte van stroom in verticaal)
Klinkende gewichten
Gaan Minimaal gewicht = 50*Gemiddelde snelheid in verticaal*Diepte van stroom in verticaal
Gemiddelde snelheid verkregen door gebruik te maken van de reductiefactor
Gaan Gemiddelde snelheid in verticaal = Reductiefactor*Oppervlaktesnelheid van de rivier
Oppervlaktesnelheid gegeven gemiddelde snelheid
Gaan Oppervlaktesnelheid van de rivier = Gemiddelde snelheid in verticaal/Reductiefactor
Tijd van afgelegde afstand gegeven oppervlaktesnelheid
Gaan Tijd die nodig is om te reizen = Afstand gereisd/Oppervlaktesnelheid van de rivier
Afgelegde afstand gegeven oppervlaktesnelheid
Gaan Afstand gereisd = Oppervlaktesnelheid van de rivier*Tijd die nodig is om te reizen
Oppervlaktesnelheid
Gaan Oppervlaktesnelheid van de rivier = Afstand gereisd/Tijd die nodig is om te reizen

Oppervlaktesnelheid Formule

Oppervlaktesnelheid van de rivier = Afstand gereisd/Tijd die nodig is om te reizen
vs = S/t

Wat is snelheidsmeting door drijvers?

Het proces dat betrokken is bij de vlottermethode voor het meten van snelheid is het observeren van de tijd die een drijvend lichaam nodig heeft om een bekende lengte af te leggen en zijn positie in het kanaal te noteren. Het drijvende lichaam kan een speciaal ontworpen oppervlaktedrijver, een ondergrondse drijver of een willekeurig geselecteerd stuk drift zijn dat met de stroom drijft.

Wat is stroomsnelheid?

Stroomsnelheid is belangrijk vanwege de impact ervan op de waterkwaliteit en de levende organismen en habitats in de stroom. De stroomsnelheid neemt toe naarmate het volume van het water in de stroom toeneemt, waardoor de soorten organismen worden bepaald die in de stroom kunnen leven (sommige hebben snelstromende gebieden nodig; andere hebben stille poelen nodig).

Let Others Know
Facebook
Twitter
Reddit
LinkedIn
Email
WhatsApp
Copied!