Het stabiliserende effect treedt op wanneer twee of meer elektronen met dezelfde spin aanwezig zijn in de gedegenereerde orbitalen van een subshell. Deze elektronen hebben de neiging om van positie te wisselen en de energie die vrijkomt bij deze uitwisseling wordt uitwisselingsenergie genoemd. Het aantal uitwisselingen dat kan plaatsvinden is maximaal wanneer de subshell half of volledig gevuld is. Hierdoor zal de uitwisselingsenergie maximaal zijn en dat geldt ook voor de stabiliteit.