Bohr introduceerde het concept van stralingsloze banen waarin de elektronen zoals gewoonlijk rond de kern draaien, maar zonder enige vorm van energie uit te stralen die in strijd is met de wetten van het elektromagnetisme. Dit was een hypothese, maar in ieder geval een werkende. Straling vond alleen plaats wanneer een elektron een overgang maakte van de ene stationaire toestand naar de andere. Het verschil tussen de energieën van de twee staten werd uitgestraald als een enkel foton. Absorptie trad op wanneer een overgang plaatsvond van een lagere stationaire toestand naar een hogere stationaire toestand. Hij introduceerde ook het correspondentieprincipe dat stelt dat het spectrum continu is en de frequentie van het uitgezonden licht gelijk is aan de frequentie van het elektron.